Die mooie ontwikkeling is het gevolg van de motie Bikker, die onlangs werd aangenomen in de Tweede Kamer. De motie zorgt ervoor dat de inflatiecorrectie (ongeveer 12 procent) niet doorberekend hoeft te worden aan de reiziger. De provincies ontvangen een extra bijdrage in het provinciefonds om deze indexatie met de vervoerders te verrekenen. In het geval van Brabant is dat ongeveer € 8 miljoen.
Ook de toegestane prijsstijging bovenop de indexatie van onze buskaartjes (waar géén vergoeding van het Rijk tegenover staat) gaat volgend jaar niet door. Daarvoor maakt de provincie extra geld vrij. Opgeteld zorgen die twee besluiten ervoor dat een buskaartje in Brabant volgend jaar geen cent duurder wordt. Bovendien reizen kinderen tot 12 jaar ook in 2024 gratis met de bus in Brabant.
Een extra zetje
"Dit is een hele mooie stap”, zegt gedeputeerde mobiliteit Stijn Smeulders. "Het openbaar vervoer heeft het de laatste jaren niet eenvoudig gehad. Door personeelstekorten, maar bijvoorbeeld ook omdat het aantal reizigers nog niet op het niveau van vóór corona zit. En dat terwijl betaalbaar openbaar vervoer zo ontzettend belangrijk is om files tegen te gaan en Brabant in beweging te houden. We hopen daarom dat dit goede nieuws een extra zetje kan zijn voor veel mensen om wat vaker de bus te pakken.”
Deze ontwikkeling sluit ook mooi aan bij het Brabantse coalitieakkoord. Daar staat in dat de provincie de tarieven voor het ov de komende vier jaar niet wil verhogen. Juist omdat de bus onmisbaar is voor de leefbaarheid en bereikbaarheid van stad en platteland. Enkel door inflatiecorrectie kunnen de tarieven toch stijgen. "Fijn dat die voor komend jaar van de baan is”, zegt Smeulders. "We hopen dat een nieuw kabinet met meer structurele oplossingen komen om ons ov te verbeteren.”